Home > Zijlweg1
Van Herensociëteit tot PHIL Haarlem,HRLM87
In juni 1873 opende het nieuwe sociëteitsgebouw van Sociëteit Vereeniging aan de Lange Begijnestraat haar deuren. Na het vertrek van de Vereeniging naar de Zijlweg in 1920, werd het gebouw gekocht door de gemeente en ingezet als concertgebouw. Vanaf 2005 kreeg het gerenoveerde pand de naam Philharmonie Haarlem, inmiddels PHIL Haarlem. Door al die jaren heen bleef de ‘Grote Concertzaal’ de spil van het gebouw. Een greep uit het veelzijdig gebruik van de concertzaal.
Het gebouw van de Vereeniging, een herensociëteit, was naast de concertzaal voorzien van een biljartkamer, speel- en conversatiezaal en leeszaal. In de conversatiezaal kon men onder het genot van een drankje en een sigaar bijpraten en spelletjes spelen. In de leeszaal werden de heren via allerlei kranten op de hoogte gebracht van de nieuwste ontwikkelingen in de wereld. De Vereeniging had ook een eigen kolfbaan, thuisbasis van kolfclub ‘Keer niet’. De belangstelling voor het kolfspel nam vooral in steden in de loop van de negentiende eeuw af. Om de algehele teloorgang van het spel te voorkomen, werd in het gebouw van de Vereeniging in 1885 de Nederlandsche Kolfbond opgericht. De Kolfbond, die nog steeds bestaat, organiseerde jaarlijks in een stad een Nationale Kolfwedstrijd. In 1893 en 1900 was Haarlem aan de beurt. De kolfbaan in het Sociëteitsgebouw was ‘bijzonder glad en zuiver’, geheel in lijn met het gezegde ‘zoo glad als een kolfbaan’. Kolvers die niet aan de beurt waren voor een kolfwedstrijd, konden ondertussen in de concertzaal hun biljartkunsten tonen tijdens een biljartwedstrijd.
Amateursfotografie
In mei 1896 organiseerde de Haarlemsche Amateur-Fotografen Club een internationale tentoonstelling in de concertzaal om fotografie ‘en aanverwante vakken’ te bevorderen. De mooiste foto’s konden op een prijs rekenen. De Haarlemse scheikundige Nicolaas van der Sleen won bijvoorbeeld als amateurfotograaf in de categorie wetenschap. Niet verwonderlijk, want Van der Sleen had zijn eigen laboratorium voor chemisch-, bacteriologisch- en microscopisch onderzoek aan de Damstraat.
Ook in de categorie ‘juniores’ – amateurfotografen die nog nooit een onderscheiding hadden behaald op een tentoonstelling of bij een openbare wedstrijd – ging een Haarlemmer ervandoor met de winst. De 23-jarige Willem Jan Voet ging met een vergulde zilveren medaille naar huis. Dit was overigens niet zijn eerste prijs. Een halfjaar eerder won Voet de eerste prijs bij de Militaire Clubtocht Wedstrijd. Ondanks de prijzen, werd Voet geen professionele fotograaf, maar juwelier, net als zijn vader Elias, die vermoedelijk de medaille had ontworpen.
Bloembollententoonstelling
In maart 1905 werd de concertzaal voor de eenentwintigste keer omgetoverd in een weelderige tuin dankzij de inzet van de Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (opgericht in Haarlem in 1860). Vijf dagen lang kon men bloemen bekijken die vanwege het seizoen nog niet in de buitenlucht bloeiden. Waar de voorheen in rechte rijen op tafels werden opgesteld, werd voor deze editie een tuin ontworpen zonder tafels door Jacobus J. Kerbert. Met uitzondering van de hyacinten, die in een houten loods in de tuin wél op tafels stonden opgesteld.
Volgens een in memoriam in het Haerlem jaarboek (1931) was Kerbert een bescheiden man, die in naam van Zocher onder meer begraafplaats Zorgvlied in Amsterdam ontwierp. Bedrijven uit de regio konden bloemen insturen om mee te dingen naar prijzen die werden uitgedeeld door een internationale jury. Zo won Krelage & Zoon twee gouden medailles met een perk gevuld met vijfentwintig variaties van de Darwin-tulp in allerlei kleuren. Dit tulpenras was in 1886 door Ernst H. Krelage geïntroduceerd, toen nog in twee verschillende kleuren: roze en rood. Een andere grote speler in de bloembollensector, firma C.G. van Tubergen, versierde in het midden van de zaal een perk met maar liefst vijfenzeventig verschillende bloeiende planten. Van Tubergens creatie was volgens Haarlem’s Dagblad ‘voor liefhebbers een schouwspel om van te watertanden’. Van Tubergen jr. ontving er een ereprijs voor, een gouden medaille van de koningin, voor de grootste bijdrage ‘tot het welslagen der tentoonstelling’.
Tekst: Lise Koning
Beeld: Noord-Hollands Archief
VORIGE | VOLGENDE