Home > Zijlweg1
1923 Ik ben de Goede Fee van de Gezelligheid
Tekening en gedicht (niet compleet) voor aspirant-leden uit 1923. Indertijd gepresenteerd als diapresentatie.
Ik ben de Goede Fee van de Gezelligheid,
En ’k zou zoo graag een praatje met u willen maken,
En wel - ik zeg ’t direct, dan zijt ge voorbereid -
In stille hoop, met u geëngageerd te raken.
Lees rustig door, mijn vriend, met aandacht en geduld,
En schuif dit boekje nu niet achteloos ter zijde,
Dan wordt wellicht mijn liefste hartewensch vervuld,
Dat de verloving tot een wettig huwlijk leide.
Ziehier mijn aangezicht. Kijk ik u vriendlijk aan?
Welnu, mijn facie zegt, stilzwijgend, maar welsprekend:
"Word lid. Dan kunt gij hier geregeld binnengaan".
Dit is, geachte heer, wat deze prent beteekent.
Aanschouw mijn hoofd. Dit is de woonplaats van den geest.
Hoe lokt u dit bedrijf, waar gij uw rust kunt vinden,
De illustraties inziet, uw couranten leest,
Beveiligd voor ’t gekout der drukke bittervrinden?
Dit is mijn hart, mijn ziel. Dit is het middelpunt,
Waar, wie gezelligheid verlangen, samenkomen,
Waar gij, als lid, u na uw werk verpoozen kunt,
En met uw vriendenkring genoeglijk zitten boomen.
"’t Biljartspel is een wonderlijk-bekoorlijk spel",
Heeft Izak Querido, de groote man, geschreven;
Bekijk dit plaatje goed, me dunkt, dan ziet gij wel,
Dat ik u die bekoring rijkelijk kan geven.
Ik geef op deze prent een kijkje in de hal;
Gij ziet, ge zult zelfs comfort vinden in de gangen;
De zetels nooden u te rusten, voor ’t geval .
Gij moe zijt van de klim. Wat kunt gij meer verlangen?
Dit is ’t gezondste plekje van de sociëteit.
Wie wijs is, zal de zorg voor ’t lichaam niet verzaken;
Welnu, hier is voor u, als lid, gelegenheid
Om zonder artsenij uw buikje kwijt te raken.
Thans kent gij, waarde vriend, mijn gansche Grondgebied.
Bepeins dan ied’re prent, waarop uw oogen staarden;,
Ik leidd’ u gaarne rond; uw dank begeer ik niet,
Ik stel slechts deze vraag: „Wilt gij mijn hand aanvaarden?"
VORIGE | VOLGENDE